Ontwikkeling en toekomst van geneeskruidenonderzoek en fytotherapie
Afgelopen vrijdag heb ik het jubileumcongres bezocht van de jubilerende verenigingen NVGO 100 jaar en NVF 25 jaar. Samen vierde zij dit feest in de Kilimanjaro Lodge van het Burgers dierenpark in Arnhem. Een unieke plek en een bijzondere dag waarin verschillende projecten waaronder ons project met Wageningen UR besproken werden.
Opening en inleiding door drs. Sander Garritsen die met een paar leuke dia’s met oude krantenberichten de dag begon. Zo luidt de krantenkop uit 1915: Nederlandsche Vereeniging voor Geneeskruidtuinen die als ideaal een centralen proeftuin met drogerij wil hebben. Een en ander werd opgeluisterd met “lichtbeelden.” Het taalgebruik is weliswaar veranderd maar de belangstelling voor kruiden natuurlijk niet.
Het woord ging al snel naar dr. Raymond Pieters van de Hogeschool Utrecht die een zeer interessant betoog hield met als titel “Alternatieve testbatterij voor veiligheid en werking van natuurlijke stoffen.” De titel dekt echter geenszins de lading van zijn betoog omdat deze bevlogen onderzoeker een vurig pleidooi hield om de hele breedte aan invalshoeken in wetenschappelijke onderzoeken op te nemen. Ook waarschuwde hij voor te snelle uitspraken van in vitro onderzoeken omdat in vivo onderzoek met alle stofwisselingsprocessen te maken heeft inclusief het microbioom. Een niet te onderschatten extra orgaan.
Zijn betoog was een mooie springplank voor de presentatie van dr. Ingrid van der Meer van de Wageningen UR die ons project “Traditioneel kruidenpreparaat tegen een moderne volksziekte; Analyse van werkzaamheid en veiligheid van het Ayurvedisch kruidenpreparaat Mohana Choorna voor de preventie/behandeling van diabetes mellitus type 2. Daar maakte dr. van der Meer dan ook goed gebruik van. Ook ons onderzoek is zuiver wetenschappelijk onderzocht met een dubbel blind en cross over opzet. Dat wil zeggen dat de patiënt ook zijn eigen referentie is.
Jammer aan het onderzoek is dat alle resultaten op één hoop geveegd worden en daar een gemiddelde uitslag uit genomen wordt met een standaarddeviatie erin. Ik pleit ervoor dat het individueel bekeken wordt omdat de Ayurveda een op de persoon gerichte aanpak is. Het onderzoek is nog niet af dus kon niet alles besproken worden. Wel is duidelijk dat na 7000 testen op de veiligheid, toxiciteit t.a.v. de vedische landbouwmethode een zeer zuiver en gezonde kruidenteelt laten zien. Ook de preparatie van de kruiden tot aan de capsulatie zijn onderzocht en daar zijn ook alle waarden ruim binnen de marges wat toelaatbaar is aan contaminaties in de voedsel en warenwet voor voeding.
De volgende spreken was professor dr. Rob van Haren van de Hanzehogeschool Groningen & Rijksuniversiteit Groningen die een zeer interessant betoog hield over de samenwerking van de kennisinstelling met Phytosana. Gezond en mooi oud worden met kruidtoepassingen voor medicijnen, cosmetica en voeding. Het is net alsof ik na jaren zelf al overtuigd ben van de enorme reikwijdte van mogelijkheden uit de natuur opeens meer en meer aansluiting vind met de regulier opgeleide artsen en biologen. De afstand tussen traditioneel en regulier wordt steeds korter en het respect naar elkaar toe groeit steeds meer.
Persoonlijk ervaar ik dit als een zeer positieve ontwikkeling omdat ik lange tijd het gevoel heb gehad dat Mohana en ik wel erg aan het pionieren waren omdat er lange tijd niet veel belangstelling voor onze kennis en kunde was. Nu is dat inmiddels ondenkbaar en ontstaan er links en rechts interessante gesprekken waardoor ik meer en meer ervaar hoe rijk de Ayurveda is en hoe veel wij nog kunnen aanbieden op allerlei terreinen. Gezondheid, Schoonheid met natuurlijke cosmetica en natuurlijk Voeding. Allemaal met een hoofdletter zo belangrijk is dit.
In de middag sprak professor dr. Nina Hermans van de Universiteit van Antwerpen over de kracht van Polyfenolen en de uitdagingen in het ontrafelen van hun gezondheidseffecten. Polyfenolen kennen de meeste mensen van de term antioxidanten en het effect daarvan zoals opgenomen in de Orac lijst. Boeiende lezing waarbij maar weer blijkt hoeveel we nog moeten onderzoeken om te zien wat werkt en wat niet en welke impact dat heeft op bijvoorbeeld veroudering.
Haar lezing werd voortgezet door haar collega en studente dr. Annelies Breynaert. Haar betoog ging over de “Ontwikkeling van een gastro intestinaal dialyse model om de metabolisatie en beschikbaarheid van polyfenolen te bestuderen.” Ze liet een dia zien van de opstelling van dit ‘buiten het lichaam darmstelsel’ dat er op de een of andere manier voor mij nogal primitief uitzag. Dit waren twee opstellingen waarvan de foto voor zichzelf spreekt. Het idee om een darmstelsel buiten het lichaam te maken en hiermee te experimenteren is natuurlijk wel weer fantastisch. Dit bespaart proefdieren en gezien de vele soorten onderzoeken zijn er toch erg interessante dingen mee te doen. Mijn belangstelling is in ieder geval gewekt om deze jonge onderzoekster te volgen met haar werk.
In de ochtend ontmoette ik drs. Sanae Mouden van de Universiteit van Leiden waar ik een geanimeerd gesprek mee had. Later bleek dat zij met haar onderzoek “Analyse van aristolochiazuren in Aristolochia consimilis en afgeleide commerciële producten” genomineerd was voor de F.H.L. van Os prijs net als haar voorgangster dr. Annelies Breynaert. Dat was natuurlijke een mooie bekroning op hun werk. Helemaal omdat beide onderzoekers nog jong zijn en dit toch echt een mooie opsteker is.
Eens in de twee jaar worden de Van Os-prijzen uitgereikt aan veelbelovende wetenschappers die onderzoek doen naar het gebruik en de werking van medicinale planten. De prijs is vernoemd naar Prof. Dr. F.H.L. van Os die van 1946 tot 1972 hoogleraar was in de Farmacognosie en Galenische Farmacie te Groningen en jarenlang voorzitter was van de NVGO, de Nederlandse Vereniging voor Geneeskruiden Onderzoek.
De hekkensluiter van deze boeiende dag was prof. dr. Rob Verpoorte van de universiteit Leiden met zijn betoog over “Natural Products Research: Quo Vadis?”
Prof. Rob Verpoorte behoort tot de trendsetters als ik het zo mag noemen die het vak farmacologie richting synergie sturen. Terwijl de meeste van hun collega’s (ook nu!) nog met medicijnontwikkeling bezig zijn gericht op single target is hij net zoals bijvoorbeeld prof. Jan van der Greef van TNO veel meer gericht op systeembiologie en sturen op synergie. Hij verwijst daarmee naar China die werkelijk enorme kapitalen uitgeven in onderzoek naar traditionele geneeswijzen. Ook wijst hij naar de razendsnelle ontwikkelingen in de genomics. Het is tegenwoordig heel goed te doen om iedere keer opnieuw even een volledige sequentie te doen van een genoom omdat dit heel goedkoop geworden is.
Het vak van farmacoloog dat zo droog begon in mijn tijd is nu opgebloeid tot een sprankelende wetenschap waarin het karakteriseren van de fenotype onder verschillende condities en het ontrafelen van de geheimen van het metaboloom zomaar tot de mogelijkheden behoren.
Tot slot werd dit boeiende congres afgesloten met de woorden: Onkruid vergaat niet.
Cornelis Peters
14 Juni 2014
Na afloop van dit congres heb ik in de prachtige tuinen van Burgers dierenpark een eerste indruk voor de camera ingesproken. U kunt dat hier onder bekijken. Het filmpje begint pas na 30 seconden. Dat moet ik nog even aanpassen.
httpv://youtu.be/v0lBhhnjUaE
2 gedachten over “Verslag van het Jubileum congres NVGO-NVF 2014.”
Dank je wel Cor voor jullie pionierende werkzaamheden op het gebied van onze gezondheid en de link naar Ayurveda.
Groetjes, Hendrina
Dankjewel Hendrina. Goed om te horen.
Groet van Cornelis
Reacties zijn gesloten.